Berekeningen met energie

Vul het goede antwoord in

Vul al de gaten en klik daarna op de controlebutton.

Je doet een lamp aan met een vermogen van 40 W (dus P=40 W). Na 20 seconde zet je deze lamp weer uit. Het energieverbruik van deze lamp was in deze periode Joule.

Even later zet je de frituurpan aan. Het vermogen van deze frituurpan is 2000 W. Na 3 minuten zet je de frituurpan toch maar weer uit omdat je liever naar de chinees gaat. Hoeveel energie is er gebruikt? J. (Joule).
Hoeveel KJ (kiloJoule) is dat? KJ

Om het water te koken in de waterkoker moet je deze 4 minuten aan zetten. Het vermogen van de waterkoker is 1200 W. Hoeveel energie is er nodig om dit water te koken? J.
Dit is KJ.

De batterij van jouw zaklamp heeftkan 1800 Joule aan energie geleverd. Op het lampje staat dat het vermogen 6 w is (P=6 w). Hoe lang heeft de zaklamp op deze batterij gebrand? seconden.
Hoeveel minuten is dit? minuten.

Een wafelijzer staat 30 minuten aan. Het energieverbruik is in die periode 1,26 MJ.
Hoeveel is het verbruik in Joule? Joule.
Wat is het vermogen van dit wafelijzer? w.

Je doet 2 lampen aan in je kamer.
De eerste lamp laat je 10 minuten branden. Deze lamp heeft een vermogen van 100 W.
De tweede lamp laat je 15 minuten branden. Deze lamp heeft een vermogen van 40 W.

Wat is het energieverbruik van lamp 1? KJ
wat is het energieverbruik van lamp 2? KJ
Wat is het totale energieverbruik van deze twee lampen? KJ.