Test H4 en H9 Elektriciteit Klas 4 test 2

Vul de onderstaande berekening steeds aan met de juiste gegevens

Vul al de gaten en klik daarna op de controlebutton.

Twee weerstanden de ene van 100 Ω en de ander van 25 Ω worden parallel geschakeld. De vervangingsweerstand Rv is dan Ω.
Er wordt nog een extra weerstand van 5 Ω parallel geschakeld. Nu is de vervangingsweerstand Ω geworden.
Dezelfde weerstanden in serie geschakeld hebben samen een totale weerstand van Ω.

Een lamp staat aangesloten op een spanningsbron van 12 V. de stroom door de lamp is op dat moment 0,5 A. De weerstand is dan Ω.
Een weerstand van 30 Ω is aangesloten op een spanningsbron van 6 V. de stroom is nu A. Diezelfde weerstand wordt nu aangesloten op een andere spanningsbron en nu is de stroom 0,3 A. De spanning is dus V.

In een serieschakeling van twee gelijke weerstanden is de totale stroom 0,4 A terwijl de spanning over de eerste weerstand 6 Volt is. De waarde van die eerste weerstand is Ω. terwijl de totale weerstand van de twee weerstanden dus Ω is. De totale spanning over de hele schakeling is V.

In de onderstaande schakeling zie je een gelijkrichter.
Na_4VM_H3_5.JPG
Bij de letter zit de '+' van de gelijkspanning.
De gebruikte componenten zijn .
Tussen A en B wordt vaak nog een andere component geplaatst om er voor te zorgen dat de spanning niet bestaat uit losse pieken maar dat het gelijkmatiger wordt. Dit component is een .

Wanneer we een lamp aanzetten gebruiken we vaak een schakelaar. Dit kan ook anders. Wanneer we eerst een elektromagneet aanzetten om daarmee één of meerdere schakelaars om te zetten dan noemen we deze soort schakelaar een .
Een andere schakelaar waar we gebruik maken van een gewone(permanente) magneet is een . Deze wordt vaak gebruikt bij een inbraakalarm.
Wanneer we met binnen de electronica wat willen schakelen (of een stroom willen versterken) dan gebruiken we meestal de .

In de onderstaande schakeling zie je een aantal componenten staan:
Na_4VM_H3_6.JPG
De Spanningsbron(Voeding) staat bij letter .
De Weerstand staat bij letter .
De Transistor staat bij letter .
De Lamp staat bij letter .
De LDR staat bij letter .
Als er minder licht valt op de LDR dan gaat de weerstand van de LDR (omhoog/omlaag).
Dan is er een (groter/kleiner) spanningsverschil over de LDR.
Hierdoor gaar er (meer/minder) stroom lopen in de richting van de blauwe pijl.
Daardoor zorgt de component bij D dat er (meer/minder) stroom gaat lopen in de richting van de rode pijl.
De lamp gaat daardoor (feller/zwakker) branden.