<=
H7 materie test paragraaf 1-4
Vul de onderstaande tekst steeds aan met de juiste gegevens
Vul al de gaten en klik daarna op de controlebutton.
Het smeltpunt van een bepaalde stof is 523o C. Dat is
[?]
Kelvin.
Een vaste stof kun je
(wel/niet) makkelijk samenpersen
Een vloeistof kun je
(wel/niet) makkelijk samenpersen
Een gas kun je
(wel/niet) makkelijk samenpersen
Als dezelfde soort moleculen elkaar aantrekken noemen we dat
Bij 234 K bewegen de moleculen in een stof
(sneller/langzamer) dan bij 234o C.
Lucht bestaat voornamelijk uit de moleculen
en
.
Zeewater is
(wel/geen) zuivere stof.
Moleculen in een vaste stof bewegen
(sneller/langzamer) dan de moleculen in een gas.
Als een stof warmer wordt worden de moleculen
(wel/niet) groter.
Er zijn veel
(meer/minder) moleculen dan dat er atomen zijn.
In de kern van ieder atoom zitten altijd neutronen. Dit is
[?]
(wel/niet) waar.
Als een atoom 8 elektronen heeft dan zijn er in de kern van dit atoom
protonen.
Een Aluminium-atoom heeft 13 protonen en 15 neutronen. Het atoomnummer is dan
en het massagetal is dan
[?]
.
Het Stikstof-isotoop N-13 heeft als atoomnummer 7. Dat betekent dat dit atoom
protonen,
elektronen en
neutronen heeft.
De massa van een proton is veel
(groter/kleiner) dan de massa van een elektron.
Een racewagen vertrekt met koude banden bij de start. Tijdens de race warmen zijn banden behoorlijk op. De druk in de band wordt daardoor
(groter/kleiner). Dit komt omdat de snelheid van de deeltjes
(groter/kleiner) zijn geworden.
Het absolute nulpunt (temperatuur) ligt bij
o C (=
Kelvin)
Moleculen kun je
(wel/niet) ontleden. Atomen kun je
(wel/niet) ontleden.
Controle
Hint
OK
<=