<=
Wiskunde 3VMBO Hoofdstuk 5
Vul het goede antwoord in
Vul al de gaten en klik daarna op de controlebutton.
Hellingen en Goniometrie
Zie de onderstaande figuur:
Het hellingsgetal is hier
[?]
dat betekent dat er op het bord onderaan de helling een hellingspercentage van
[?]
% staat.
Hoek A is dan
[?]
graden (afronden op 1 cijfer achter de komma)
Zoals je in de volgende figuur ziet is hoek A precies 30 graden.
Dat betekent dat het hellingsgetal
[?]
is (afronden op 3 cijfers achter de komma).
De lengte van het lijnstuk BC is dan
[?]
.
De lengte AC is dan
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma)
In de onderstaande figuur zie je de driehoek QRS.
In deze driehoek is de lengte van RS
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma)
en de lengte van QS is dan
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma) .
In de onderstaande figuur zie je driehoek KLM. Hoek K is 36,9 graden.
De grootte van zijde LM is
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma)
De grootte van zijde KM is dan
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma)
In de volgende figuur komen we driehoek FGH tegen. Hier zijn de zijden GH en FH bekend.
Zijde FG heeft een grootte van
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma).
Het hellingsgetal is
[?]
(afronden op 3 cijfers achter de komma)
Hoek F is dan
[?]
graden (afronden op helen)
Omdat hoek G 90 graden groot is zal hoek H dus
[?]
graden zijn (afronden op helen).
In de volgende figuur zien we de balk ABCDEFGH. (AB = 16, BC = 12, CG = 11)
In die balk is de driehoek ACE getekend. De zijde AC is hier
[?]
lang (afronden op 1 cijfer achter de komma).
In de driehoek ACE is hoek C dan
[?]
graden (afronden op 1 cijfer achter de komma)
In diezelfde driehoek is hoek E dan
[?]
graden.
De schuine zijde CE heeft een lengte van
[?]
(afronden op 1 cijfer achter de komma).
In de onderstaande figuur zien we de rechthoek PQRS met daarin de diagonaal PR.
Hoek R in de driehoek PQR heeft een grootte van
[?]
graden (afronden op 1 cijfer achter de komma)
De zijde PR is
[?]
lang (afronden op 1 cijfer achter de komma)
In de onderstaande figuur zien we de rechthoek STUV met daarin de diagonaal TV. ST heeft een lengte van 8 terwijl TV een lengte van 9 heeft.
In driehoek STV heeft hoek T een grootte van
[?]
graden (afronden op 1 cijfer achter de komma)
Controle
Hint
OK
<=