<=
3 VMBO Hoofdstuk 1
Vul het goede woord in
Vul al de gaten en klik daarna op de controlebutton.
24 leerlingen uit een klas van 27 personen spreken af om het hele jaar fietsend naar school te komen.
Dat is
[hulp?]
% van de leerlingen. ( 1 cijfer achter de komma)
3 van die leerlingen worden op een regenachtige dag toch gebracht. Dat is
[hulp?]
% van de 'fietsende' leerlingen (1 cijfer achter de komma)
De prijzen bij de de bouwmarkt worden per 1 oktober verhoogd met 5 %.
- Een zak cement van het merk ENCI kost eerst € 5,47, maar vanaf oktober €
[hulp?]
- Een rol behang (met rode hartjes) kost eerst € 22,40 maar na 1 oktober wel €
[hulp?]
In de maand april geeft de Koperen Snor 15% korting op alle snacks.
- Een portie bitterballen gaat van € 3,20 naar €
[hulp?]
- Een lunchmenu van € 35 mag je nu naar binnenwerken voor €
[hulp?]
.
Joop koopt een DVD-speler bij de Macro voor € 95,00 . Dit is excl. 19 % BTW. Joop moet dus €
[hulp?]
afrekenen.
De taxateur rekent voor het taxeren van een huis een tarief van 2,3 ‰ van de waarde van het huis. Jouw huis taxeert hij op € 227 000,- Dit kost je dus. €
[hulp?]
.
Hier komt nog 19% BTW bij. De totale prijs die betaald moet worden is €
[hulp?]
.
Het huis van de buren wordt ook getaxeerd. Zij betalen € 766,36. Jij berekent met dit gegeven dat het huis van de buren €
[hulp?]
waard is.
De bank geeft 4% rente per jaar.
Joachim brengt € 800,00 naar de bank en is benieuwd hoeveel geld er bij geschreven wordt.
Na 1 jaar heeft Joachim €
[hulp?]
Na 2 jaar heeft Joachim €
[hulp?]
Na 10 jaar heeft Joachim €
[hulp?]
Op de Calvijnschool is in een bepaald jaar onderzocht dat 392 leerlingen tijdens de wiskunderepetitie in de testweek hun rekenmachine bij zich hebben. Dit is volgens de directie 67,2 % van alle leerlingen.
Op Calvijn zitten dus in totaal
[hulp?]
leerlingen.
Controle
Hint
OK
<=